‘Wij willen als zorgorganisatie meer regie en eigen verantwoordelijkheid voor de cliënt. Ook zijn we voorstander van samen beslissen. De persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kan dit ondersteunen. Reade is dan ook een voorstander van de PGO. Maar er moet nog wel wat gebeuren voordat we het echt gaan aanbevelen aan onze cliënten.’ Dat zegt Marleen Lannoo, projectleider en adviseur informatieveiligheid bij Reade, een categoraal ziekenhuis voor revalidatie en reumatologie in Amsterdam.
‘Als de cliënt alle zorginformatie in zijn PGO gebundeld heeft, is hij beter geïnformeerd, en ontstaat er een ander gesprek met de arts of verpleegkundige,’ aldus Marleen Lannoo. ‘Dan kan samen beslissen, of zoals wij het liever noemen ‘samen begrijpen en beslissen’, echt vorm krijgen. Dat levert betere en efficiëntere zorg op tegen lagere kosten.’
Voorbeelden zijn een ECG of uitslagen van bloedonderzoek bij opname. ‘Vaak is zo’n onderzoek al gedaan in het verwijzende ziekenhuis, maar kreeg onze arts de uitslag nog niet. Als de cliënt tijdens het spreekuur de uitslag aan de arts kan laten zien in zijn PGO, dan is een nieuw onderzoek niet meer nodig. Dat is minder belastend voor de cliënt, je kunt sneller met de behandeling beginnen en het bespaart kosten.’
Een probleem is wel dat patiënten in ziekenhuizen nog niet alle relevante informatie kunnen ophalen. Op dit moment kan dat alleen nog maar met gegevens van de huisarts. In de loop van dit jaar komen hier de gegevens van ziekenhuizen en andere zorginstellingen bij. ‘Op dat moment krijgt een PGO pas echt meerwaarde,’ aldus Marleen Lannoo.
Een punt van aandacht dat hiermee samenhangt is, dat PGO’s weinig bekend zijn bij cliënten en medewerkers. ‘Ik moet steeds uitleggen wat het is. Ik pleit voor een grotere communicatie-inspanning, ook van de overheid. Die kan het grote verhaal vertellen: wat wordt allemaal voorbereid en waarom? Gelukkig is er via PGO.nl veel voorlichtingsmateriaal te vinden, dat goed in elkaar zit. We hebben als regionale zorginstellingen afgesproken dat we dat voorlichtingsmateriaal gaan gebruiken, zodat we allemaal hetzelfde verhaal vertellen.’
Eén aandachtspunt heeft Marleen Lannoo wat het voorlichtingsmateriaal betreft. ‘Ik pleit altijd voor simpel en toegankelijk taalgebruik. Veel meer mensen dan je denkt hebben moeite met abstracte begrippen, zoals de term ‘authenticatie’. Gebruik liever woorden die iedereen snapt, of omschrijf wat je precies bedoelt. Als je het hebt over een ID- of identiteitscontrole in plaats van authenticatie, dan snapt iedereen het. Dan komt je boodschap nog duidelijker over.’