De hersenschudding kwam voor Jorrit Janzen (30) volkomen onverwacht. Als middenvelder van voetbalclub Vitesse ‘08 uit Gennep zag hij tijdens een wedstrijd een kans om te scoren. Met het hoofd. Maar het kopduel ging helemaal mis en hij belandde op het gras, voor even buiten westen. In de jaren erna bezocht hij verschillende zorgverleners voor zijn klachten. Eén ding vraagt hij zich af: waarom hadden al die zorgverleners geen inzage in elkaar gegevens? ‘Dan was ik mogelijk sneller hersteld en wellicht was ik zo in contact gekomen met een zorgverlener die me nog beter kon helpen.’
Het was een hersenschudding, dat werd al snel duidelijk. Bij de spoedeisende hulp in het ziekenhuis dachten ze dat het wel meeviel, maar het tegendeel bleek het geval. Jorrit bleef in de maanden en jaren die volgden last houden van uitval, hoofdpijn en vermoeidheidverschijnselen. Voetballen lukte niet meer, werken evenmin.
Vijftien zorgverleners
Inmiddels, ruim drie jaar later, is hij er weer bovenop, vertelt hij. ‘Ik heb in die drie jaar wel vijftien zorgverleners meegemaakt, die allemaal een deel van de oplossing boden. Een neuroloog, fysiotherapeut, caesartherapeut, ergotherapeuten en zorgverleners van een particuliere kliniek. Allemaal gaven ze me tips waar ik iets aan had, en zo kwam ik telkens een stapje verder.’
Onderzoek Amsterdam UMC
Ook werkte Jorrit met steun van de KNVB mee aan een onderzoek van Amsterdam UMC. ‘Metingen, oefeningen en testen hoe het was met m’n evenwicht, cognitieve vermogens en reactiesnelheid. Na drie sessies van zes weken was de uitslag dat mijn cognitieve functies lager dan gemiddeld waren. Dat merkte ik natuurlijk al, maar nu kreeg ik ook de bevestiging. Verder werd gekeken welke medicijnen werkten en welke niet. Eigenlijk heel interessant allemaal.’
Waarom geen inzage?
Inmiddels heeft Jorrit weinig klachten meer, hij is weer aan het werk als softwareontwikkelaar en hij denkt er zelfs over het komende seizoen weer te gaan voetballen. Maar één ding vraagt hij zich af: waarom hadden al die zorgverleners geen inzage in elkaar gegevens? ‘Dan was ik mogelijk sneller hersteld en wellicht was ik zo in contact gekomen met een zorgverlener die me nog beter kon helpen. En in elk geval had het me de eindeloze herhaling van het verstrekken van allerlei gegevens over jezelf bespaard. Want dat wordt je wel een beetje zat.’
Medische geschiedenis terugvinden
Zijn vriendin werkt bij een PGO-leverancier en zo kwam Jorrit met een persoonlijke gezondheidsomgeving in contact. ‘Ik heb me aangemeld en het is in potentie heel kansrijk. Ik kan mijn medische geschiedenis nu terugvinden, zij het nog wel summier. Maar ik heb begrepen dat dat beter gaat worden. Ik kan daar niet op wachten eigenlijk.’
Op de hoogte
Een compleet PGO zou geweldig zijn, denkt Jorrit. ‘Je hebt het overzicht en je voorkomt dat je van het kastje naar de muur wordt gestuurd. Bovendien zouden artsen veel beter op de hoogte zijn van elkaars bevindingen, waardoor de behandeling meer op maat kan zijn. Eigenlijk is het vreemd dat zoiets er nog niet is in de huidige tijd.’
Normaal Nederlands
Wensen heeft Jorrit ook. ‘Ik zie in mijn PGO veel codes en begrippen die ik niet ken of niet goed snap. Een vertaling in normaal Nederlands zou een groot verschil maken. Niet alleen voor mij maar voor iedereen die niet thuis is in medische terminologie. Maar ook daaraan zal worden gewerkt, neem ik aan. Ik heb heel benieuwd hoe de ontwikkelingen zullen gaan en hoe de PGO’s er over een paar jaar uitzien. Ik blijf in elk geval aangehaakt.’