Dianda Veldman, directeur-bestuurder Patiëntenfederatie Nederland:
Een tijdje geleden was het zover: ik ging mijn huisartsgegevens in mijn PGO laden. Jarenlang had ik deze gegevens zelf bijgehouden in een rommelig mapje op mijn telefoon, maar nu ging het dan echt gebeuren. Het was even puzzelen, maar het verliep eigenlijk best vlot. Daar kwamen ze al tevoorschijn, mijn huisartsgegevens van de afgelopen periode… Boeiend, al was het maar omdat ik me sommige bezoeken, en wat daar was besproken, nauwelijks meer herinnerde.
Ik was blij verrast dat mijn huisarts meedeed, maar eigenlijk was er voor die verrassing niet zoveel reden. 92 procent van de Nederlandse huisartsen is nu te vinden in een PGO, dus de kans dat de mijne erbij zou zitten, was behoorlijk groot.
Het idee achter de PGO’s is in wezen revolutionair, want het gaat om het democratiseren van patiëntgegevens. Dat zei arts-ondernemer Erik-Jan de Vlieger tijdens een bijeenkomst over de voortgang van PGO’s. Ik ben dat helemaal met hem eens. Als medische gegevens van de dokter rechtstreeks naar de patiënt gaan, in plaats van dat ze alleen maar worden opgeslagen in epd’s en op andere onbereikbare plekken, wordt de zorg radicaal anders.
Het aantal functionaliteiten van de PGO’s is nu nog beperkt, en in die zin ben ik ook realistisch: de huidige producten op de markt moeten beter en completer worden. Maar dat kan snel veranderen. Afspraken maken met je zorgverleners, data van smartwatches inladen, met behulp van artificial intelligence echt belangrijke zaken uit een grote hoeveelheid medische gegevens halen… Het kan over een paar jaar ongetwijfeld allemaal. We zijn nu aan het regelen dat de infrastructuur er is.
Waarom de huisartsen als eersten aansluiten? Omdat zij de spil zijn in ons zorgstelsel. Nu de PGO-koppeling met de huisartsen is geregeld, kunnen we verder. Met de ziekenhuizen, de vvt-instellingen, de thuiszorg en de ggz… Het kan me niet snel genoeg gaan. In het belang van alle patiënten, maar ook van zorgverleners, die dan immers te maken hebben met beter geïnformeerde patiënten met wie het overleg in de spreekkamer beter en effectiever verloopt.
Natuurlijk kost dat alles tijd, en hoewel ik dat jammer vind, want ik heb haast, begrijp ik het wel. Er is technisch gezien nog het nodige regelwerk te doen, en PGO’s moeten langzaam maar zeker gaan aansluiten bij de wensen van de gebruiker. Maar dat neemt niet weg dat ze eraan komen: veilige PGO’s, die bruikbaar zijn voor patiënt en zorgverlener. De revolutie is begonnen dus.