In Noord-Nederland groeit het gebruik van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) gestaag. Met een voorlichtingscampagne proberen ziekenhuizen in de regio nu de groei te versnellen door op de voordelen ervan te wijzen. Daarnaast koppelen ziekenhuizen zoals Medisch Centrum Leeuwarden ook zorgpaden aan PGO’s om zo het nut ervan voor patiënt én behandelaar te verbreden.
“We kiezen met dit project voor een specifieke insteek. We kijken niet eerst naar wat er technisch allemaal mogelijk is, maar we vragen uit waar patiënten en zorgverleners behoefte aan hebben. Pas als daar duidelijkheid over is, gaan we aan de slag met de techniek. Dat leek ons een goede aanpak, en voorlopig lijkt het te werken.” Aan het woord is Victor Teunissen, verbonden aan Medisch Centrum Leeuwarden (MCL). Hij is onder meer verantwoordelijk voor de implementatie van PGO’s in enkele zorgpaden. Onlangs ging hiervoor een regionale voorlichtingscampagne van start. Onder de noemer ‘Ontdek wat er al kan met een PGO’, brengt deze campagne de voordelen over het voetlicht.
Verschil met patiëntportaal
PGO’s bieden tal van mogelijkheden, licht Teunissen toe. “Je kunt de medische gegevens van onder meer de huisarts en het ziekenhuis verzamelen op één plek. Je hoeft dus niet meer in verschillende portalen te kijken. Je kunt ook zelf gezondheidsgegevens in je PGO zetten, bijvoorbeeld je bloeddruk of je gewicht.” Dit is een wezenlijk verschil met een patiëntportaal, verduidelijkt hij. “In het portaal van het ziekenhuis staan alleen de gegevens die het ziekenhuis van je heeft. En de gegevens van de huisarts staan alleen in het portaal van de huisarts. Een PGO combineert dat allemaal.” Eén van de zaken die Teunissen het meeste opviel bij dit project, was het feit dat het patiëntportaal door steeds meer betrokkenen als een dood spoor wordt beschouwd. “PGO’s zijn volgens hen juist de toekomst, en ik denk dat ze daar gelijk in hebben.”
Toegevoegde waarde
Daarbij is het dus wel van belang dat je uitgaat van de wensen en behoeften van de gebruikers, vervolgt Teunissen. “We vroegen zorgverleners en patiënten daarom: welke informatie heb je nodig voor een bepaald zorgpad, en wanneer en hoe?” Wat bleek: de toegevoegde waarde van een PGO zit in de eerste plaats in simpele dingen, zoals het opzoeken van medicatiegegevens. “Het komt nog maar al te vaak voor dat een patiënt in de spreekkamer zit, en niet meer weet wat zijn of haar medicatie precies is”, geeft Teunissen als voorbeeld. “ In een PGO kun je dat opvragen. Niet alleen de medicatie die de betreffende arts heeft voorgeschreven, maar ook vergelijkbare gegevens van andere zorginstellingen. Met een PGO kun je dus meteen verder, in plaats van dat de poli-assistente aan het werk moet om het dossier na te pluizen of dat er zelfs een afspraak moet worden gemaakt voor een nieuw consult.”
De praktijk
Eén van de zorgpaden waarop het MCL focust, is borstzorg. “Stel: je krijgt tijdens een consult te horen dat je borstkanker hebt. Meestal zal de verdere informatie van dat gesprek niet beklijven, terwijl dat natuurlijk wel belangrijk is. Het is nu mogelijk om alles na afloop nog eens teruglezen in de PGO. Daarnaast hebben we er ook voor gezorgd dat je voorbereidende informatie, vragen en behandelopties in de PGO kunt ontvangen. Zo ben je goed voorbereid op het volgende consult. Je kunt dan beter afstemmen over het vervolg van de behandeling.” Uitwisseling via een PGO hoeft dus niet ingewikkeld te zijn. Het simpelweg verzamelen van data is al een stap voorwaarts. “We denken vaak dat patiënten en zorgverleners ingewikkelde wensen hebben op dit vlak, maar dat is lang niet altijd het geval. Het hoeft meestal niet zo fancy, een eenvoudig maar helder overzicht volstaat vaak.”
Verwachtingen bijstellen
Techneuten en soms ook artsen die dromen van een soort super-applicaties, zijn van grote waarde om verder te komen met innovatieve projecten, maar het is volgens Teunissen ook van belang om niet te ver voor de muziek uit te lopen. “Helaas moet ik voor hen dus vaak de verwachtingen bijstellen voor wat op de korte termijn haalbaar is. Het gaat om het zetten van beheersbare stappen en het leren van de ervaringen die je daarbij opdoet.” Naast het zorgpad voor borstzorg is in het project gekozen voor het zorgpad axiale spondyloartritis (in de volksmond de ziekte van Bechterew), een vorm van ontstekingsreuma. Teunissen hierover: “De achterliggende gedachte is dat beide zorgpaden complex zijn. Bij borstzorg krijg je in korte tijd veel informatie en heb je met veel verschillende zorgverleners te maken. Bij Bechterew heb je vaak een lange voorgeschiedenis, eveneens met veel verschillende zorgverleners.” Als patiënt kun je een PGO bij dergelijke zorgpaden goed gebruiken om overzicht te krijgen. “Het is niet altijd te garanderen dat een nieuwe zorginstelling jouw medische gegevens al heeft ontvangen. Als je dan als patiënt aan het stuur kunt gaan staan met de informatie in jouw PGO, ontlast je de zorgaanbieder en beschik je snel over de juiste zorg.”
Ervaring opdoen
Op bestuurlijk niveau is duidelijk uitgesproken dat binnen het MCL ervaring moet worden opgedaan met het gebruik van PGO’s in het zorgproces. “Dit hebben we aangegrepen om het management breed te informeren en de opdracht te geven om met duidelijke informatie de werkvloer op te gaan”, aldus Teunissen. “We willen dat geen enkele patiënt voor een dichte PGO-deur komt te staan, en dus voorkomen dat een zorgverlener niet precies weet wat hij of zij met een PGO aan moet.” Een goed georganiseerde regio en regionale samenwerkingsorganisatie (in dit geval stichting GERRIT) hebben grote toegevoegde waarde. “We hebben goed afgestemd hoe we de patiënt gaan informeren over de PGO’s. Eenduidigheid is daarbij cruciaal. Zo proberen we zorgverleners en patiënten duurzaam bij het thema te betrekken. We zijn dan ook erg blij dat het gelukt is om hier in de regio samen een voorlichtingscampagne voor op te starten. Dit kun je als zorginstelling niet in je eentje doen.”
Dit interview met Victor Theunissen (adviseur publieke sector bij BDO) is in april gepubliceerd in het vakblad ICT&Health